Op dinsdag zijn we van Heiderscheid naar Friedrichshafen gereden, zo’n 475 km. We hebben de kortere route door Noordoost Frankrijk genomen.
Ondanks dat het pas dinsdag is staan er al flink wat kampeerders op de parkeerplaats bij de Messe van Friedrichshafen. We hebben ons geïnstalleerd vlak bij de caravan van Egbert en Else, die de omgeving al een paar dagen onveilig aan het maken zijn. Boven Zwitserland dreigt onweer, maar de we hielden het droog deze avond. Dat veranderde in de nacht. Onweer is hier niet alleen hoorbaar, maar ook voelbaar. Onze camper is nog steeds waterdicht.
Vanmorgen zijn we vertrokken richting Friedrichshafen. Eerst naar de bakker om broodjes te kopen en rond de middag een SOTA stop op Baraque Fraiture ON/ON-010. Het was er gigantisch druk, waarschijnlijk had er een festival plaats gevonden. De frituur was helaas gesloten. Daarna was het nog een klein uurtje naar camping de Reenert/Fuusekaul in Heiderscheid Luxemburg. Vanwege de overvloedige regenval van de afgelopen weken hebben we een hoger gelegen plekje uitgezocht
Vijftig jaar geleden was mijn opkomst op de KMA in Breda. Een prima gelegenheid voor een reünie. Samen met zo’n 40 landmacht collega’s haalden we in de Granaattoren op het KMA terrein oude herinneringen op onder het genot van een drankje en een barbecue. De avond werd afgesloten met het “Bonsoir” dat we altijd zingen aan het eind van een gezellige avond. Een groepsfoto volgt.
Op vrijdagmorgen reden we de brug naar Denemarken over en maakten een kleine zijsprong naar het eiland Møn, waar bij bij de witte rotsen van Møns Klint de Aborrebjerg (SOTA OZ/OZ-005) activeerden. Vervolgens reden we naar het veer Rødby-Puttgarden en na de 45 minuten durende overtocht was het nog een klein stukje naar de camping in Rosenfeld in Schleswig-Holstein. Op zaterdag deden we het laatste stuk naar Ingen en dat ging zonder noemenswaardige files.
Alhoewel de CEPT vergadering tot en met vrijdag duurt, had ik al besloten om op donderdag uit Stockholm te vertrekken. Amateur zaken werden meteen op donderdagmorgen bij de kop gepakt en zo konden we om tien uur het hotel verlaten. Het weer is duidelijk minder dan eerder deze week. We reden tot Malmö, waar we op een hele grote camping, First Camp Sibbarp-Malmö, staan. Vanaf het nabijgelegen strand hebben we een mooi uitzicht op de brug die we morgen nemen voor de oversteek naar Denemarken.
Vlak bij onze camping is een SOTA summit, de Kullaberg (SM/SE-001). Nadat we ingepakt hadden reden we naar de parkeerplaats op slechts 1200 meter van de top. Er zat een heel venijnig stukje in onze klim. Boven op de top kon ik vanaf een soort preekgestoelte mijn verbindingen maken.
Vervolgens reden we circa 350 kilometer richting Stockholm over rustige snelwegen zoals je die je 30 jaar geleden in Nederland ook nog had. Onderweg zag je bossen en rotsen en de temperatuur van 27-29 graden was heel aangenaam. Onderweg hadden we één korte maar hevige regenbui.
We kamperen aan de Oostzee net ten Zuiden van Stockholm op het Jogersö Eco Camp, dat ik nog kende van vijf jaar geleden. Mijn iPhone doet het ook weer. Na advies te hebben ingewonnen bij Chris heb ik de laadpoort nog een keer grondig schoongepoetst en dat hielp.
Vanmorgen zijn we naar Tiel gefietst om te kijken naar de auto’s die deel namen aan de Betuwse fruit rally. Eric, de vader van Pauline, was een van de deelnemers met zijn Aston Martin DB6, een schitterende olijfgroene GT, met onder de motorkap een 4 liter zescilinder lijn motor. Eric werd vergezeld door Ben en Derk die zich een ritje in deze prachtige auto niet lieten ontgaan.
We zijn een paar dagen in Hillegom geweest om op de poes van Chris en Rianne te passen. Op woensdag zijn we door de bollenvelden, althans wat daar nog van over was, gaan fietsen. Het leverde een flink aantal kleurrijke plaatjes op. Hierboven is het huis van Chris en Rianne onzichtbaar aan de horizon. Eten deden we bij Massy, een van de vele Turkse eettentjes in Hillegom.
Het schitterende weer van woensdag werd overtroffen door dat van donderdag en we besloten naar het strand bij Langevelderslag te gaan. Er waren zelfs dappere mensen die de zee in durfden. Thuis gekomen moesten we eerst het fijne strandzand, vastgeplakt door zonnebrandolie, afboenen. ‘s Avonds gingen we eten bij Da Fratello, een Italiaans restaurant. Toen we binnen kwamen was het nog vrij rustig, maar in een mum van tijd zat het restaurant bijna vol. De tafel naast ons was bezet door een Nederlands sprekende Aziatische familie, met keurig opgevoede kinderen. Een paar minuten later kwamen er wat mannen met tulbanden binnen die meteen met tafeltjes begonnen te schuiven. Dat was een familie Sikhs die kennelijk de Keukenhof had bezocht. Margreet haar lasagne en mijn pizza smaakten prima.
De poes, genaamd Goreng, was over het algemeen heel lief. Alleen kreeg ze het toen het donker werd op haar heupen. Verder was de kat vanmorgen even kwijt, totdat er gemiauw uit de ruimte onder de keukenkastjes kwam.
Vanmorgen na het ontbijt zijn we richting Italiaans vasteland vertrokken vanuit de haven van Olbia. Het waaide behoorlijk, vooral in de opening tussen Sardinië en Corsica ging het tekeer met windkracht 8 tot 9. Margreet had uit voorzorg een reistabletjes ingenomen en dat hielp voldoende. In de luwte van Corsica waren er nauwelijks schuimstrepen te zien, maar toen we Corsica voorbij waren begon het weer te waaien. Dus een tweede pilletje voor Margreet. Net als op de heenweg trakteerden we onszelf op een uitgebreide lunch. In het restaurant werd ons een tafeltje geadviseerd met uitzicht naar achteren. Ze zeiden het niet, maar het had met de harde wind te maken. De veerboot is groot en ligt heel stabiel in het water. Het eten bleef keurig liggen op ons bord. Het is op de dagboot erg rustig. Er zijn maar 70 passagiers, terwijl er op de nachtboot wel 900 waren. Bij aankomst zagen we dat er de nodige voorzorgsmaatregelen waren genomen om de auto’s op het dek te houden.
We hebben overnacht op dezelfde camping als op de heenweg. Nu was het campingstaurant wèl geopend. Ze hebben verrukkelijke pizza’s en een heel enthousiaste bediening.
De volgende morgen gingen het verder richting huis met een tussenstop in Thalwil (alweer). Het weer Noord van de Alpen was totaal anders dan aan de Italiaanse kant. Toen we de Gotthardtunnel uitkwamen was de wereld ineens wit. Op donderdag deden we het laatste stuk naar Ingen. Ook nu was er nog wat sneeuw. Gelukkig was het in Duitsland helemaal droog.
In Nederland aangekomen ging onze Navara over de 300.000 km. Ruim voor Italiaanse etenstijd zaten we aan het avondeten.
In iets meer dan een week tijd hebben we ruim 2800 km gereden en 600 km gevaren. We zijn zo mooi in vakantiemodus gekomen.
De voornaamste reden voor ons verblijf op Sardinië is de uitnodiging van Paul HB9DST om samen met hem te vieren dat hij vanuit 100 SOTA associations actief is geweest. Sardinië is voor hem nummertje 101. Voor mij is Sardinië een nieuw land (nummer 90) van waaruit ik zend-actief ben geweest.
Het grootste deel van onze groep
Natuurlijk moesten er ook enkele bergtoppen worden bedwongen. Op zondag deden we twee makkelijke summits met voldoende plaats om ieders antennes op te stellen. IS0/IS-303 (Punta Berritta) was een 10 punter en IS0/IS-096 (Lu Colbu) was na een korte wandeling goed voor 6 punten.
Golfo Aranci
Op maandag bedwongen we na een stevige wandeling IS0/IS-266 (Semaforo) voor slechts 1 punt. Dat krijg je als je je focust op de kortste route en niet verder op de kaart kijkt dan je neus lang is. Op de top werden we verrast met een stukje Marconi geschiedenis: vanaf deze locatie deed hij al in de jaren 30 microgolf testen.
‘s Avonds was er diner dat was georganiseerd door Toni, een van Paul’s dochters. Iedereen hield en korte toespraak. Het eten was goed en de sfeer voortreffelijk
De weersvoorspelling voor de komende dagen is niet zo goed en daarom besloten we Sardinië te verlaten. We hebben nog even met het idee gespeeld om naar Corsica te gaan, waar het weer iets beter zou moeten zijn, maar gezien de afvaart tijden van de veerboot besloten we om naar Livorno over te steken.